Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen maakten zich de [30]oudsten van zijn huis op tot hem, om hem te doen opstaan van de aarde; maar hij wilde niet, en at geen [31]brood met hen. 30. Dat is, zijn voornaamste officieren of hovelingen, die in het volgende zijn knechten genoemd worden. 31. Zie boven, hfdst.3 vs.35, en elders dikwijls.